donderdag 30 april 2015

Reisefieber

L. en ik gaan bijna naar New York. Ik ken genoeg mensen die daar hun hand niet voor om zouden draaien, maar ik word met de dag nerveuzer, mijn benen voelen haast van rubber. Ik heb wel meer verre reizen gemaakt, en ben ook al veel langer van huis geweest, toch is er iets dat deze reis anders dan andere maakt.
    Misschien is het gewoon de opwinding van L. die al weken over vrijwel niets anders meer praat, die zich langzaam ook van mij meester heeft gemaakt.
    Of zou het mijn vliegangst zijn? Ik vind vliegen - net zoals elk weldenkend mens - doodeng, maar toch geloof ik niet dat ik me er erg druk om maak. Ik heb al zo vaak gevlogen, als je eenmaal vastgegespt in je stoel zit, kun je je er maar het beste aan overgeven. De kans is vrij groot dat je veilig op je bestemming aankomt.
    Ik heb inmiddels al een paar keer als enige volwassene reizen gemaakt met mijn kinderen, daar zag ik toen ook wel tegenop - ik heb een groot talent voor het zien van beren op de weg - maar ik heb er niet van wakker gelegen.
    Ik voel ditmaal een grote verantwoordelijkheid naar V. en S. die achterblijven. Er wordt goed voor ze gezorgd, dat is het niet, maar ik ben me er maar al te zeer van bewust dat als er iets met mij zou gebeuren, zij dan helemaal niemand meer hebben. Dan zijn ze overgeleverd aan de goede wil van vrienden, familie is er nu eenmaal niet.
    Maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom dat het iets anders is dat me dwarszit. Het is iets veel basalers, het heeft met Bibian te maken. Vijftien jaar geleden maakte ik met haar dezelfde reis. Toen was het onze huwelijksreis. Ik geloof dat het me gewoon heel erg raakt nu met L. deze reis te maken, over dezelfde straten te lopen, dezelfde highlights te bezoeken. L. tettert maar door over alle dingen die ze wil gaan zien en wil gaan doen, maar bij alles wat ze zegt zie ik Bibian voor me, zie ik ons daar rondlopen met V., die net drie maanden was in zijn draagdoek op mijn buik: een jong stel, een wereld te veroveren.
    L. heeft het allang in de gaten. ‘Je gaat toch niet op elke straathoek een potje staan janken, papa? Dat vind ik niet leuk hoor!’
    ‘Ik zal mijn best doen, lieverdje. Maar ik kan het je niet beloven. Mag ik wel af en toe volschieten?’
    ‘Dat mag, papa. Maar je bent wel met mij nu hè!’
    ‘Ik weet het, L.’
    ‘Ik mis mama ook, maar het is wel mijn verjaardagscadeau.’

3 opmerkingen:

  1. Klaas, enorm herkenbaar en "schiet maar vol"; je kunt het toch niet tegengaan.
    Ik weet niet hoe lang je gaat, maar de 2e dag gaat het al iets makkelijker en daarna ook de 3e dag.
    Ik hoop dat je voldoende kan genieten met L. en misschien ook nog wel goede herinneringen kan oproepen.
    Onverwachts loop je dan toch met een glimlach rond!
    Sterkte, maar ook veel plezier met L. toegewenst!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. theo van harte gefeliciteerd maak er een leuke dag van
      klaas en Lulu, jullie hebben het er al weer opzitten NY
      zo te zien en te lezen hebben jullie genoten hoop geen jetlag
      mvg patty

      Verwijderen